De toekomstkegel. Iedereen in de wereld van futures & foresight kent de futures cone (hieronder zie je een voorbeeld). Maar kennen is iets anders dan begrijpen. De kegel duikt regelmatig op in powerpoints met als uitleg dat je zo naar de toekomst kunt kijken: er zijn waarschijnlijke, plausibele, mogelijke en wenselijke toekomsten. That’s it. Ik dacht dan vaak: waar kijk ik nou eigenlijk naar? Wat is die kegel? Waarom is het een kegel? Wat zijn die waarschijnlijke/plausibele/mogelijke ringen? Waarom overlapt de wenselijke (groene) cirkel met die andere ringen? Totdat ik dit artikel uit 2003 en deze post van de futurist Joseph Voros las. En toen zag ik letterlijk het licht.

De ondertitel van mijn website verandersignalen.nl is zicht op de toekomst. (Eigenlijk zou dat zicht op toekomsten moeten zijn, want je vastleggen op één toekomst is het werkterrein van waarzeggers. Futures & foresight professionals willen de opties graag openhouden, zodat je niet een fuik inzwemt en breed blijft vooruitkijken. Maar zicht op de toekomst vond ik nu eenmaal beter klinken.) Die ondertitel past precies bij de gedachte achter de futures cone. De toekomstkegel is namelijk eigenlijk een metafoor. Volgens Voros (op zijn website the voroscope – briljante naam!) kun je de kegel zien als een ‘spotlight or car headlight: bright in the centre and diffusing to darkness at the edge‘. De cone is dus het licht van een schijnwerper of koplamp waarmee je de toekomst in schijnt. Net als bij zo’n lamp is het midden van de lichtbundel het felst: dat is de toekomst waarin er weinig of niets verandert. Naar buiten toe worden de toekomsten diffuser en wijken steeds meer af van de ‘alles-blijft-zo’n-beetje-hetzelfde-toekomst’.
De futures cone is dus een lichtkegel die de duisternis van de toekomst in schijnt en naar buiten toe diffuser wordt. Maar wat is er dan buiten die kegel? Een tweede belangrijk aspect van de cone heeft te maken met ons menselijke voorstellingsvermogen. Volgens Voros zijn alle toekomsten binnen en buiten de kegel potentiële (potential) toekomsten, maar alleen de toekomsten binnen de kegel kunnen wij ons voorstellen. Buiten de kegel ligt de ‘dark area‘: de duisternis van voor ons onvoorstelbare toekomsten. De futures cone is daarmee een lichtbundel van voor de mens voorstelbare toekomsten.
Wat zijn die ringen in de futures cone precies? De kegel bestaat volgens Voros uit subklassen: van heel goed voorstelbaar (alles blijft zoals het is) via plausibel en mogelijk tot totaal bizar (dat gaat never ever gebeuren!). Hoe verder naar buiten, hoe minder goed voorstelbaar de toekomsten zijn (of anders gezegd: hoe groter de afwijking van die ene ‘alles-blijft-zo’n-beetje-hetzelfde-toekomst’ in het midden). De kegel wordt ook steeds groter: hoe verder weg in de toekomst, hoe meer opties, hoe groter de ringen van de subklassen (met uitzondering van het midden, want daar is maar één toekomst: alles blijft zoals het is).
Voros geeft in zijn artikelen ook extra uitleg bij de subklassen. De eerste, blauwe ring (de waarschijnlijke of probable toekomsten) zijn toekomsten die goed voorstelbaar zijn op basis van huidige trends. Iets minder maar nog steeds goed voorstelbaar zijn de plausibele (plausible) toekomsten. Dat zijn toekomsten gebaseerd op kennis waar we nu al over beschikken, zoals natuurkundige principes of kennis van sociale processen. Nog minder voorstelbaar zijn mogelijke (possible) toekomsten. Die zijn gebaseerd op kennis die we nu nog niet bezitten, maar misschien wel ooit in de toekomst. (Voros noemt als voorbeeld de warp drive uit de televisieserie Star Trek waarmee je sneller dan het licht kunt reizen.) De buitenste rand van de kegel is de subklasse van totaal bizarre (preposterous) toekomsten, die bijna de grenzen van ons voorstellingsvermogen overstijgen. (Met de rode pijlen geeft Voros aan dat je hier de grens van het mogelijk voorstelbare moet doorbreken, wat best lastig is). Blijft over de groene cirkel van gewenste (preferable) toekomsten. Deze subklasse wijkt af van de rest, omdat hier het aspect van emotie een rol speelt: het gaat om toekomsten die je graag werkelijkheid zou willen zien worden. Zo’n gewenste toekomst kan in alle andere subklassen vallen, vandaar de spreiding van de groene cirkel.
Samengevat is de toekomstkegel een lichtbundel met subklassen van heel goed tot minder goed voorstelbare toekomsten (en wenselijke toekomsten). Buiten die bundel ligt de duisternis van voor ons onvoorstelbare toekomsten. De futures cone biedt dus zicht op de (voorstelbare) toekomst – en dit artikel hopelijk op de futures cone.
Geef een reactie